Boeren bieden Gebiedsofferte aan: ‘Meer gruttokuikens, daar doe ik het voor!’

bottom-up natuurbeheer weidevogels Voedsel en landbouw Duurzame strategieën & beleid Mensen verbinden & begeleiden

Jeanet van der Woude (zij/ haar)

Transitiemaker

Johannes Regelink (hij/ hem)

Transitiemaker

BLK-AanvalsplanGrutto-20

Hoe kom je tot een breed gedragen aanpak voor het beschermen van de grutto en andere weidevogels? Door samen met de boeren die het moeten gaan doen een plan te maken. En daarin te omschrijven wat de weidevogels, de boeren en het gebied nodig hebben. Dat hebben onze transitiemakers Johannes Regelink en Jeanet van der Woude gedaan in het Friese veenweidegebied Aldeboarn-De Deelen Noord.   

Het resultaat? Een ‘Gebiedsofferte Aanvalsplan Grutto’! Het plan werd op 1 november middenin het gebied aangeboden door Piet Dijkstra, voorzitter van de gebiedscommissie Aldeboarn-De Deelen. Ontvangers waren het ministerie van LNV, de provincie Fryslân, gemeente Heerenveen, Wetterskip Fryslân en de Initiatiefgroep Aanvalsplan Grutto.   

Afgelopen zomer werd het plan al opgenomen als maatregelpakket in het Frysk Programma Landelijk Gebied. 

Aldeboard-De Deelen Noord is door de provincie aangemerkt als kansrijk ‘Aanvalsplan Grutto-gebied’. Boeren spelen een cruciale rol in het voor elkaar krijgen dat het gebied een vitaal en robuust weidevogelgebied wordt. Het gaat dan onder meer over kruidenrijk grasland inzaaien, meer strorijke mest uitrijden, plasdrassen aanleggen en pas maaien als de jonge vogels kunnen wegvliegen. 

In de Gebiedsofferte geven boeren aan welke maatregelen, instrumenten en financiële steun zij nodig hebben om een goede of nog betere ‘weidevogelboer’ te worden. De offerte is opgesteld op basis van de open gesprekken die we voerden met boeren over de extra stappen die zij in het gebied bereid zijn te nemen om weidevogels te beschermen. En wat zij nodig hebben om dat te kunnen doen.   

De offerte is ontwikkeld in nauwe samenwerking met het projectteam Aldeboarn-De Deelen, dat zich al jarenlang inspant voor een breed, integraal gebiedsproces van onderop.   

In het gebied onstane plan heeft ‘grote kans van slagen’ 

Twee boeren uit het gebied, die hebben meegewerkt aan het plan en bij de presentatie aanwezig waren, staken hun passie voor de weidevogels niet onder stoelen of banken. Jitze Peenstra: “Bij elke keuze in de bedrijfsvoering stellen we de vraag of het bodemleven er beter van wordt. Dan is het namelijk goed voor de grutto.” Hilbrand Bouma: “Ik word echt gelukkig als ik in het voorjaar weer gruttokuikens zie. Als ik door steun voor de bouw van een potstal meer strorijke mest kan uitrijden, komen er meer kuikens. Daar doe ik het voor!” 

Zowel het ministerie als de provincie spraken hun waardering uit over het van onderop onstane plan en gaven aan de offerte te omarmen. Gedeputeerde Friso Douwstra: “Plannen die met belanghebbenden in het gebied gemaakt worden, hebben de grootste kans van slagen. Water en bodem moeten sturend zijn bij ruimtelijke keuzes, maar wat betékent dat nu eigenlijk in de prakijk? Dit plan geeft hier heel concreet invulling aan.”   

De kans op financiering vanuit het Nationaal Programma Landelijk Gebied is groot. Maar het gaat niet alleen om geld, maar ook om beleidsaanpassingen. Renze Portengen van LNV: “We hebben allemaal een belang dat dit gaat slagen.” Seinen lijken op groen te staan voor een voortvarende uitvoering vanaf 2024! 

Voorbeeld voor andere gebieden 

Volgens oud-milieuminister Pieter Winsemius, initiatiefnemer van het Aanvalsplan Grutto, kan dit plan als voorbeeld dienen voor andere kansrijke gruttogebieden. “Dit is de eerste Gebiedsofferte die af is, andere gebieden kunnen hiervan leren en afkijken.”   

Ook wees Winsemius erop dat FrieslandCampina een belangrijke rol heeft te spelen in het beschermen van weidevogels. FrieslandCampina koppelt premies nu aan de klimaatopgave. Dan zet je koeien bijvoorbeeld veel binnen en heb je veel Engels raaigras. Voor de weidevogels is dat geen goed nieuws: “In raaigras kunnen kuikens niet kruipen en zijn er geen insecten waar ze zich mee kunnen voeden. Als je alleen op klimaat stuurt, komt de natuur klem te zitten.”   

In de Gebiedsofferte hebben wij daar een advies over opgenomen: betere afspraken met onder andere melkverwerkers moeten leiden tot een verdienmodel dat hand in hand gaat met de langjarige inspanningen van boeren voor weidevogels.  

Gesprekken aan de keukentafel 

Hoe wij te werk zijn gegaan? We hebben met alle betrokken boeren uit het gebied één-op-één-gesprekken gevoerd. Daarbij stelden we altijd deze vraag: 

Stel, je wordt niet betaald per kilo vlees of liter melk, maar per vliegvlug weidevogelkuiken: wat zou je dan anders doen?  

Door die vraag te stellen, ontstond er ruimte om niet direct te denken in maatregelen en financiële gevolgen voor de bedrijfsvoering, maar om eerst vanuit de weidevogel te denken. Wat heeft die nodig?   

Zekerheid, vertrouwen en ondersteuning

Uit de keukentafelgesprekken bleek: boeren in het gebied zijn welwillend – meerdere boeren doen er al jaren aan succesvol weidevogelbeheer. Maar om dat voor een grote groep mogelijk te maken, moet het wél haalbaar en lonend zijn. Daar zijn, samengevat, drie dingen voor nodig:  

1. Langjarige zekerheid

Om te kunnen ondernemen voor de toekomst hebben boeren langdurige zekerheid nodig. Beheerpakketten, waarmee de overheid boeren compenseert voor de negatieve financiële gevolgen van hun inzet voor weidevogels, zijn een manier om die zekerheid te bieden. De termijn van dit soort contracten zou moeten worden verlengd naar 20 jaar, aldus de boeren in het gebied – één van de voorstellen uit de offerte.  

2. Vertrouwen

Terugkerend onderwerp tijdens de gesprekken was het hebben van vertrouwen in de kennis en kunde van de boeren. Huidige regels worden als rigide ervaren; dat komt de uitvoerbaarheid niet ten goede. Boeren willen zelf meer regie en flexibeler kunnen omgaan met bemesting, beweiding en waar mogelijk waterpeilen. In de offerte staat daarom het sturen op doelen centraal, niet op middelen.  

Daarbij kwamen interessante vraagstukken aan bod. Bijvoorbeeld over het al dan niet verbieden van drijfmest. Voor boeren die melkkoeien hebben, is honderd procent vaste mest produceren bijna niet mogelijk. Het gevolg: sommige gronden in Aldeboard-De Deelen Noord verarmen en verzuren, omdat boeren te weinig vaste mestvoorraad hebben en geen drijfmest mogen gebruiken. In zo’n geval schiet de maatregel het doel voorbij. Daarom zou, in sommige gevallen, drijfmest wel toegestaan moeten zijn, zo staat in de offerte. Voorwaarde is wel dat de drijfmest van goede kwaliteit is en bovengronds wordt uitgereden.   

Een ander voorstel is het flexibel kunnen beheren van het waterpeil, op zo’n manier dat het waterschap en boeren samen het water kunnen sturen. Zo kan het peil omhoog als het droger wordt, en weer omlaag als er bijvoorbeeld wordt bemest of gemaaid.  

Ook moet het makkelijker worden voor boeren om vee van andere veehouders op hun land te laten lopen, zodat land op afstand toch beweid kan worden. Op dit moment zorgt dat voor veel administratieve druk, terwijl beweiden goed is voor weidevogels.  

3. Ondersteuning

Tot slot vragen boeren om ondersteuning – financieel én in beleid. Zo zouden bedrijfsaanpassingen die gericht zijn op versterking van de biodiversiteit, en niet op de verhoging van productie, 100 procent vergoed moeten worden. Een voorbeeld van zo’n ‘niet productieve investering’ is het aanpassen van de stal, zodat meer strorijke mest geproduceerd kan worden.

Plan met draagvlak 

Dit is hoe we het liefst werken: van onderop! Ingebed in een breder gebiedsproces waarin aan allerlei uitdagingen het hoofd moet worden geboden. In relatief korte tijd is een goed doordacht plan ontstaan, met draagvlak bij de mensen die het moeten gaan doen. Spreekt deze manier van werken je aan? Neem dan contact met ons op. We gaan graag aan de slag in een ander kansrijk Aanvalsplan Grutto-gebied

 

Impact maken we samen

Wil je meer weten over dit project? Of ook bottom-up te werk gaan? Wij denken graag mee. Neem contact op met Jeanet, via vanderwoude@squarewise.com