Hoe je zorgt dat je bijdraagt aan een echte duurzame transitie
En niet stiekem het oude systeem in stand houdt
Vorige week volgde ik de eerste twee delen van de ‘Transitiemaker Academy’. Het is een training over transitiekunde en transitiemanagement die ik ontwikkelde samen met SustainableMotion en Drift en die wordt verzorgd door die laatste. In dit blog deel ik mijn grootste inzicht uit de training tot nu toe: zorg dat je bijdraagt aan radicale verduurzaming, en niet stiekem aan het in stand houden van de gevestigde orde.
Inzicht in hoe duurzame transities tot stand komen heeft mij altijd geboeid. En daarom volg ik met veel plezier de Transitiemaker Academy. Dit thema is nu extra actueel tijdens de coronacrisis. Crises zijn namelijk momenten waarop verhoudingen in een systeem opnieuw bepaald kunnen worden. Waarin systemische problemen in de maatschappij volkomen worden blootgelegd (zoals onnodig vliegen), en waarin innovatieve oplossingen de ruimte krijgen of spontaan ontstaan (zoals 100% thuiswerken).
De crux zit ‘m in het kunnen onderscheiden van het ‘optimaliseren van oude systemen’ of het ‘bijdragen aan nieuwe systemen’. Wanneer een organisatie mij vraagt om een duurzaamheidsstrategie op te stellen, wil ik eerst bepalen of hun werkwijze écht bijdraagt aan de duurzame transitie. Of dat de gevestigde orde ‘oude’ systemen wil optimaliseren (onder de naam verduurzamen), als laatste stuiptrekken voordat de afbraak inzet. Hoe bepaal ik dat?
De X-curve
Tijdens een crisis worden de verhoudingen tussen onderdelen van het systeem (bijvoorbeeld de maatschappij) opnieuw gedefinieerd. Figuur 1 is een model die we gebruikt hebben tijdens de Transitiemaker Academy. Het laat zien hoe on-duurzame onderdelen uit het oude systeem (de gevestigde orde) worden afgebroken en uitgefaseerd. Dat is de lijn van linksboven naar rechtsonder. Van linksonder naar rechtsboven zie je de opbouw van duurzame systemen die onderdeel worden van de duurzame maatschappij. Duurzame varianten voor oude werkwijzen krijgen de ruimte om door te breken en in te burgeren als het ‘nieuwe normaal’.
Deze transitiedynamiek herken ik duidelijk in de huidige coronacrisis. Als Transitiemaker wil ik – waar mogelijk – sturing geven in de juiste richting. Er zijn systemen die we moeten afbreken of uitfaseren om duurzamer uit deze crisis te komen. Anderen zijn juist goed om te institutionaliseren. Sommige systemen worden nu gesteund, bijvoorbeeld met overheidssteun. Weer andere systemen storten spontaan in onder de nieuwe omstandigheden, zoals de export van bloemen en voedsel.
Tabel 1 benoemt vier categorieën voor institutionaliseren en afbraak, en benoemt een wenselijke aanpak voor elke categorie. Om sturing te geven aan een duurzame transitie is het van belang te herkennen welk systeem in welke van de vier hoeken thuishoort. Denk overigens niet dat elk systeem gemakkelijk in één hokje te plaatsten is; transities zijn per definitie onvoorspelbare en disruptieve processen die zich moeilijk laten vatten.
Institutionalisering gewenst | Afbraak gewenst | |
Institutio-nalisering treedt spontaan op | Rechtsboven Dit proces faciliteren | Linksboven Afremmen of verbieden |
Afbraak treedt spontaan op | Linksonder Nu steunen om overeind te houden of opnieuw opbouwen op verbeterde manier | Rechtsonder Actief voorkomen dat oude mechanismen worden hersteld (zeker met maatschappelijke middelen) of Actief hervormen naar een duurzame variant |
Tabel 1: Gewenste reactie op systemen die we willen institutionaliseren of afbreken
Voorbeelden
Ik breng dit model graag tot leven aan de hand van voorbeelden:
1. Meer thuiswerken
Gedwongen door corona werken massa’s mensen nu thuis in plaats van op kantoor. We hebben in sneltreinvaart de mogelijkheden van videobellen ontdekt en leerden in een mum van tijd hoe we digitale groepssessies kunnen vormgeven. Dit is een voorbeeld waar institutionalisering spontaan optreedt en ook wenselijk is. Er wordt al jarenlang gepleit voor minder woon-werkverkeer en meer spreiding van de spits. Nu lukt het opeens! Het is nu zaak om dit proces te faciliteren en vooruit te denken hoe we dit nieuwe gedrag (gedeeltelijk) kunnen vasthouden zodra de crisis geweken is.
2. 100% online onderwijs
Alle vormen van onderwijs hebben de afgelopen twee maanden een enorm snelle omschakeling gemaakt naar online. Ondertussen mogen de basisscholen deels weer open, en kunnen we de balans opmaken hoe dat online onderwijs bevalt. Het blijkt een typisch voorbeeld van een systeem dat spontaan helemaal is ingevoerd (institutionaliseren), terwijl het niet gewenst blijkt. Digitaal onderwijs mist toch écht interactie tussen leerling en docent. Die blijft essentieel om goed te kunnen leren, om daar plezier in te hebben en om alle andere sociale aspecten van ‘school’ te kunnen bieden.
3. Deelmobiliteit
Deelauto’s, -fietsen en -scooters waren flink in opkomst, zoals bijvoorbeeld de Felix in Amsterdam. Doordat je bij deelmobiliteit allemaal hetzelfde stuur aanraakt, zijn deze manieren van vervoer nu opeens een risico voor je gezondheid. Afbraak treedt dus op, terwijl dit een ontwikkeling is die juist zorgde voor een vermindering van materiaalgebruik. Er is dus steun nodig om deze periode te overbruggen. Bedrijven in deelmobiliteit doen er goed aan om te onderzoeken of ze hun diensten kunnen verbeteren of aanpassen aan de huidige omstandigheden.
4. Vliegverkeer
Het beperken van het internationaal vliegverkeer was één van de eerste maatregelen om de verspreiding van corona tegen te gaan. Die maatregel zorgde voor tijdelijke stilstand van alle vliegmobiliteit. Een situatie die we ons vijf maanden geleden absoluut niet konden voorstellen! Nu komt het internationale vliegverkeer mondjesmaat weer op gang. Daarover moeten we als maatschappij kritische vragen stellen. Het voormalige systeem van vliegen past namelijk niet in een duurzame toekomst. Deze crisis is een kans om radicale verandering aan te brengen in de manier waarop we internationale mobiliteit inrichten. Helaas gebeurt dat nu niet. Op dit moment draagt de overheidssteun niet bij aan duurzamere vliegmobiliteit. We laten zo een belangrijke kans op verduurzaming schieten.
Transities zijn processen van opbouw én afbraak. We moeten ons in deze crisis dus zowel afvragen: Wat willen we afbreken? Maar ook: Wat willen we opbouwen? De X-curve helpt te bedenken welke onderdelen ‘oud’ zijn en afgebroken moeten worden. Voor deze onderdelen draagt optimalisatie bij aan het in stand houden van de status quo, en dus niet aan de duurzame transitie. Andersom helpt het om in te zien welke ontwikkelingen daadwerkelijk bijdragen aan radicale verduurzaming. Zo werken we samen aan een duurzame samenleving na corona.
Transitiemaker Academy
Heeft jouw organisatie ook interesse in een training over transitiedenken voor young professionals in de vorm van de Transitiemaker Academy? Neem dan contact op! Ik ben benieuwd naar je reactie via sneller@squarewise.com.