Participatie van belang? Trek dan de portemonnee voor goede energie-coöperaties!
Vorige week schoof ik uit nieuwsgierigheid aan bij het energieontbijt van Amsterdamse bewoners, begeleid door het platform 02025. 02025 is opgericht door bewoners, bedrijven en onderzoekers om Amsterdam koploper van de energietransitie te maken. Ik was nieuwsgierig of onze hoofdstad een antwoord had gevonden op de vraag die in gemeenteland niet uitgesproken wordt; hoe kan het dat we bij de transitie naar aardgasvrij onze mond vol hebben van ‘participatie’ en ‘de bewoners aan het roer’, maar dat allemaal laten afhangen van vrijwilligers?
In de napraat vertelde Pauline Westendorp van 02025 gelukkig dat de gemeente Amsterdam hen steunt. De ontbijten worden betaald door de gemeente. Maar dit jaar was er een kink in de kabel: “De gemeente heeft ons verzocht om de eerste drie maanden van het jaar dicht te gaan, want er was geen budget”. Pauline keek me met grote ogen aan: “Wat denken ze dat er overblijft van deze opkomst, als we drie maanden niks van ons laten horen?!”
In meerdere wijken waar wij als procesbegeleiders betrokken zijn, hoor ik dezelfde worsteling bij gemeentes; wat doen we met energiecoöperaties? Over het algemeen zijn het vrijwillige organisaties, dus in hoeverre kun je op ze leunen? In geen enkel geval een ‘representatieve afspiegeling van de wijk’, dus zijn zij de juiste afvaardiging? En wat als er geen energie-coöperatie is, moet je als gemeente dan zelf actieve bewoners opporren tot zo’n initiatief? En kun je ze financieel steunen? Wij werken daarbij vanuit het gedachtengoed van LEV en kijken als volgt tegen bewonersinitiatieven aan:
Wie heb je nodig voor een succesvolle energie-coöperatie?
Een goede energie-coöperatie zorgt dat bewoners zich in staat voelen goede beslissingen te nemen. Buurtgenoten informeren elkaar over mogelijkheden, over wat wel of niet goed bevallen is, en komen soms zelfs tot goedkopere deals door samen te werken. Wat er feitelijk nodig is, zijn twee rollen. Allereerst iemand die vertrouwd wordt en de weg kent in de wijk; de lokale held. Iemand die als ambassadeur van binnenuit de wijk opereert. Denk maar aan degene die de buurt-barbecue organiseert. De motivatie van de lokale held is vaak dat hij zijn buurt leuker wil maken, zijn buren blijer wil zien of gewoon een praatje wil maken. Benut dat talent, maar voorkom dat deze held ook uren achter zijn computer met Indesign moet werken.
Daarom is een tweede rol ook nodig; iemand met kennis van het vakgebied, een aanpakkersmentaliteit en ervaring met buurtcampagnes. Iemand die in de buurt aangewakkerde interesse omzet in een gezamenlijke inkoopactie voor dakisolatie. Kortom; iemand die betaald wordt om dit werk goed te doen.
De combinatie van de lokale held met een praktische professional biedt veel voordelen. De professional kan in meerdere gemeenten actief zijn, inspiratie over en weer uitwisselen en is aan te spreken op zijn of haar inspanningen, terwijl de lokale held zorgt dat het lokaal goed landt.
En wie gaat dat betalen?
Buurtinitiatieven zijn geen commerciële organisaties. Ze hebben over het algemeen geen startkapitaal, geen verdienmodel en geen tijd om een van die beide op te bouwen. Velen opereren vanuit liefde voor de buurt en een intrinsieke motivatie, dus inspanningen zijn beperkt tot de vrije tijd van de initiatiefnemers. Zonder financiële middelen is het zinloos professionele ondersteuning te overwegen. Kan iemand anders die rekening oppakken? Iemand die het publieke belang van de wijk of buurt hoog heeft zitten…?
De gemeente is een logische partij om bij uit te komen, maar vaak wordt de lokale ambtenaar overvraagd. Kan ik ‘ja’ zeggen tegen de eerste organisatie die me benadert, of moet ik op basis van het gelijkheidsbeginsel dan alle initiatieven steunen? Is het staatssteun als ik een professional in een buurtcoöperatie steun? En in welke vorm kan ik steun verlenen?
Kan de gemeente de rekening oppakken?
Ja, dat kan. Er zijn grofweg twee mogelijkheden. De professional kan op basis van een opdracht werken. Van belang is dan wel om met de coöperatie af te spreken dat deze volledige beleidsvrijheid heeft. Het contract moet op basis van inspanning zijn, niet op basis van resultaat. Een andere mogelijkheid, waarbij geen zweem van beïnvloeding geldt, is een subsidie. Veelgehoord bezwaar is dat het een precedent schept; kun je een tweede subsidieverzoek weigeren? Vermoedelijk niet, maar hoe groot is de kans dat meerdere organisatoren met een groen hart zich melden met de wens om zich in te spannen? En als dat gebeurt; hoe kwalijk is dat? Met een looptijd van 2 tot 3 jaar en tussentijdse evaluatie is het financiële nadeel zeer overzichtelijk.
De keuze van Amsterdam
En hoe nu verder met Pauline? Amsterdam heeft een ambitieuze doelstelling op aardgasvrij en begrijpt blijkbaar dat 02025 belangrijk werk doet. Tenminste, voor de helft, want Pauline mag door met haar werk, maar op halve kracht. 50% van het budget is toegekend, met het verzoek om het ontbijt vanaf nu slechts één keer per maand te organiseren. Laten we hopen dat dat voldoende is om een half miljoen woningen voor 2040 van het aardgas af te helpen…