Hoe kunnen we ons energiesysteem zó inrichten dat iedereen kan meedoen, ongeacht maatschappelijke status, sociale identiteit of de grootte van de portemonnee? Met andere woorden: hoe maken we de energietransitie rechtvaardig?
Op het Warmte Congrestival van Stichting Warmtenetwerk nam collega Yael Aartsma de zaal mee in de vijf principes voor een eerlijke energietransitie. Hieronder een uitgeschreven, verkorte versie van haar key note.
Voordat je verder leest: bekijk eerst even dit filmpje. Tel hoe vaak het witte team de bal overgooit.
Accepteer marketing cookies
om deze video te bekijken.
En, zag je de gorilla?
Er zijn grootschalige experimenten gedaan waarbij dit filmpje werd getoond. In de meeste gevallen zag slechts de helft van de deelnemers de gorilla. Dit fenomeen heet inattentional blindness, ofwel ‘onoplettende blindheid’. Je ziet dingen niet als je gefocust bent op iets anders, zeker als dat complexe dingen zijn.
Bij de energietransitie hebben we ook te maken met ‘onoplettende blindheid’. We werken hard aan complexe dingen, zoals financieringsconstructies voor warmtenetten, sluitende warmte- en koude-oplossingen, en effectieve bewonerscommunicatie. Wat gebeurt er dan? Dan zie je de dingen waar jíj je op focust. En de dingen die je kent, uit je eigen leven en eigen ervaring. Oftewel: je ziet jouw eigen bal, zoals de bal in het filmpje. Dan is er vaak weinig ruimte voor andere perspectieven. Soms ben je dus onoplettend blind.
Als we onszelf dan de vraag stellen: hoe kunnen we ons energiesysteem zó inrichten dat iedereen kan meedoen? Ongeacht iemands maatschappelijke status, sociale identiteit of grootte van de portemonnee. Oftewel: hoe maken we de energietransitie rechtvaardig? Dan wordt het antwoord dat je geeft in grote mate bepaald door jouw eigen ervaringen op deze wereld. En dan moeten we erkennen dat we vaak ‘onoplettend blind’ zijn. Want onze ervaringen, dat zijn vaak niet de ervaringen van de mensen die níet mee kunnen doen. Die zitten niet aan onze vergadertafels, die draaien niet aan de knoppen.
Gelukkig wordt de vraag ‘Hoe maken we de energietransitie rechtvaardig?’ steeds vaker gesteld, op verschillende beleidsniveaus. Denk aan een rapport van de WRR over rechtvaardigheid in klimaatbeleid, het Europese Just Transition Fund met 1000 miljard voor rechtvaardige vergroening, en de SER die aangeeft dat het werken aan een rechtvaardige energietransitie bittere noodzaak is.
Het is dus cruciaal om rechtvaardigheid in de energietransitie te waarborgen. Anders slaagt de energietransitie niet. Daarom heeft het Nederlandse klimaatbeleid inmiddels drie uitgangspunten:
1. Uitvoerbaarheid
2. Hoge ambitie
3. Rechtvaardigheid
Dat is een goed begin, maar het roept ook vragen op. Want hoe doe je dat, de energietransitie rechtvaardig maken? Terwijl de kans groot is dat je ‘onoplettend blind’ bent door je focus op je eigen complexe taken?
Daarom neem ik je mee in de vijf principes voor een rechtvaardige energietransitie. We hebben namelijk woorden nodig voor dit lastige vraagstuk, om het überhaupt te kúnnen zien. Want pas als je iets kunt benoemen, kun je er iets aan doen.
Vijf principes voor een rechtvaardige energietransitie
1. Werk aan distributieve rechtvaardigheid
Dit is de bekendste vorm van rechtvaardigheid. Hier gaat het het vaakst over in gesprekken, of in het nieuws. Het gaat over de verdeling van de lusten en lasten. Hoe zorg je voor een eerlijke verdeling?
Een goed voorbeeld over distributieve rechtvaardigheid hoorde ik laatst van een provincieambtenaar – hij werkte aan de aanleg van een warmtenet voor de industrie. Er was een bron met veel restwarmte om andere bedrijven van warmte te voorzien. Vijf kilometer van die bron lag een cluster bedrijven dat graag wilde aantakken. Dat kon, met een investering van 15 miljoen euro.
Maar er was nog genoeg warmte over bij de bron om meer bedrijven aan te sluiten. Daarom werd er verder gekeken naar andere bedrijven. Het dichtstbijzijnde cluster bedrijven dat in aanmerking kwam en geïnteresseerd was, lag 20 kilometer verderop. Maar het aansluiten van dat cluster zou veel meer kosten: 40 miljoen euro extra. Hoe verdeel je dan de kosten voor de aansluiting op het warmtenet? Moeten alle bedrijven hetzelfde betalen? Of betaalt het eerste cluster minder dan het tweede? Wat is hier rechtvaardig?
2. Werk aan procedurele rechtvaardigheid
Dit is een onderwerp dat ook vaak genoemd wordt in gesprekken over rechtvaardige energietransitie: hoe zorg je voor een transparant en inclusief proces? Als het over dit type rechtvaardigheid gaat, dan gaat het meestal meteen over participatie.
Een voorbeeld van distributieve rechtvaardigheid is de belangrijke systeemkeuzes die de afgelopen jaren, en ook nu nog, worden gemaakt over de toekomst van ons energiesysteem. Waar komen warmtenetten en waar kiezen we voor individuele oplossingen? Denk aan de Transitievisie Warmte van gemeenten en de Regionale Energiestrategieën in de RES-regio’s. Hier worden keuzes gemaakt die grote gevolgen hebben voor de bewoners en ondernemers in het gebied. Hoe zorg je voor een rechtvaardig proces in de totstandkoming van deze keuzes?
We zien helaas te vaak dat het doen van participatie één van de vinkjes worden die in het proces gezet moeten worden, waarbij er voorbij wordt gegaan aan de essentie: transparantie en inclusiviteit in het proces.
3. Werk aan erkennende rechtvaardigheid
Oftewel: zorg ervoor dat de verschillende behoeften en mogelijkheden van de stakeholders erkend worden.
Want íeders behoeften en mogelijkheden verschillen. Die zijn afhankelijk van zaken zoals het type huis waar je in woont, de levensfase waarin je je bevindt of de financiële middelen die je hebt.
Denk aan de investeringen die mensen zelf moeten doen bij isolatie of duurzame opwek; daar heb je tijd, kennis én middelen voor nodig. En dat heeft lang niet iedereen. Hoe zorg je ervoor dat zij toch mee kunnen?
Of, wanneer er een warmtenet in een bepaald gebied aangelegd wordt, dan kunnen bewoners bepaalde zorgen en behoeften hebben voor hun eigen buurt. Bijvoorbeeld over veiligheid, parkeerplaatsen of overstromende kelders bij heftige regenval. Hoe zorg je ervoor dat deze behoeften erkend wordt in je traject?
4. Werk aan herstellende rechtvaardigheid
Oftewel: draag zorg voor het herstel van de bestaande onrechtvaardigheid. We leven nu al in een onrechtvaardige wereld, waarin de rijken steeds rijker worden. Als we niets doen, dan zal de energietransitie dat verschil alleen maar vergroten. Want een groep mensen zit al in de kou, letterlijk en figuurlijk. Die kunnen de energietransitie niet zomaar voor zichzelf regelen en raken nog verder achterop.
Hoe kunnen we de situatie van die groep mensen verbeteren?
Denk bijvoorbeeld aan de winsten van energiecoöperaties: hoe zorg je dat die ook bij de mensen terecht komen die niet de middelen hebben om aan de voorkant mee te investeren? Of denk aan het isoleren van woningen: hoe zorg je dat er niet alleen een tochtstrip wordt geplaatst, maar mensen daadwerkelijk een betere woonomgeving krijgen, waarbij ook achterstallig onderhoud wordt aangepakt?
5. Maak ruimte voor een kritische mindset
Er zijn geen absolute antwoorden of iets wél of helemaal niet rechtvaardig is. Er zijn wel rechtvaardigheidsdilemma’s en -vraagstukken. En daar moet jíj mee aan de slag.
Dat vraagt om een open en kritische mindset, ten opzichte van jezelf en je eigen werk. Kijk naar je eigen complexe taken en verantwoordelijkheden en durf jezelf te bevragen. Maak allereerst expliciet wat je eigen normatieve aannames zijn en probeer vervolgens open te staan voor andere perspectieven.
Wat is jouw onzichtbare gorilla?
Ik nodig je uit om te reflecteren op je eigen werk. Wat is jouw onzichtbare gorilla? Welke dingen zie je nu niet, omdat je zo gefocust bent op je eigen verantwoordelijkheden? En hoe kun je de wereld rechtvaardiger maken als je dat wél gaat zien? Ik hoop dat je daar morgen mee aan de slag gaat.