Wanneer gaat Nederland van het aardgas af?
(ook gepubliceerd door Duurzaam Nieuws)
In 2050 moet de gebouwde omgeving in heel Nederland aardgasvrij zijn. Dat lijkt nog ver weg, maar de opgave is groot. Er staan in Nederland 7,7 miljoen woningen, waarvan in de komende 33 jaar zo’n 80% gerenoveerd moet worden naar aardgasvrij. Om dat doel te halen, moeten er 33 jaar lang gemiddeld 700 aardgasvrije woningen per werkdag worden opgeleverd. Hoe realistisch is dat in de praktijk? Met andere woorden: is Nederland in 2050 écht van het aardgas af?
De transitiecurve
Zeker is dat we nog niet op de gemiddelde snelheid zijn aanbeland, want er worden op dit moment nog lang geen 700 woningen per werkdag gerenoveerd naar aardgasvrij. Hoe problematisch is dat? Volgens de theorie van hoogleraar transitiekunde, Jan Rotmans, is er goede hoop dat we 2050 wél halen. Rotmans stelt namelijk in zijn boek ‘Transitiemanagement: sleutel voor een duurzame samenleving’ dat een transitie nooit lineair verloopt. Figuur 1, afkomstig uit het boek van Rotmans, geeft schematisch weer dat een transitie volgens vier fasen verloopt: voorontwikkeling, take-off, versnelling en stabilisatie.
Figuur 1: De transitiecurve van Jan Rotmans
In de voorontwikkelingsfase verkennen enkele koplopers de aardgasvrije transitie, de eerste woningen worden gerenoveerd waarmee de eerste ervaringen ontstaan. In de take-off fase volgt de groep die de successen van de koplopers ziet en mee wil in de nieuwe ontwikkeling. Daarna raakt de transitie in versnelling, doordat ook de achterblijvers (het peloton) gaan volgen, immers: ‘als iedereen zijn woning renoveert, dan wil ik het ook!’. En tot slot, als heel Nederland aardgasvrij is, ontstaat er een nieuwe vorm van stabilisatie.
Waar staan we nu?
Op dit moment zitten we met de aardgasvrije transitie duidelijk in de voorontwikkelingsfase. De eerste woningen zijn van het aardgas af. Een aantal particulieren heeft zelf zijn eigen woning gerenoveerd, bijvoorbeeld via Woningwaard. Diverse corporaties, zoals Portaal, Lefier, Woonwaard en vele anderen, hebben huurwoningen succesvol van het aardgas gekoppeld. Er zijn duurzame warmtenetten aangelegd, onder andere in Den Haag en Pijnacker-Nootdorp. En een aantal gemeenten, zoals Emmen en Woerden, zetten zich actief in om een hele wijk van het aardgas af te krijgen. Er worden veelbelovende stappen gezet, maar in het licht van gemiddeld 700 renovaties per werkdag stellen deze ontwikkelingen nog heel weinig voor.
Ready for take-off?
De take-off fase is net een cake, waarvoor ingrediënten, een oven en mixer nodig zijn. De belangrijkste ingrediënten hier zijn: techniek, financiële middelen, gemotiveerde huishoudens én regie op het transitiepad.
1. Techniek
De technische oplossingen zijn voorhanden. Zoals ook in het eerste artikel van deze reeks over aardgasvrij beschreven staat, kunnen huishoudens kiezen uit een groot palet van technieken om comfortabel te wonen zonder aardgas. Toch moet er nog een hobbel overwonnen worden op dit vlak. Huishoudens wachten namelijk met renoveren, omdat de verwachting (terecht) heerst dat de technieken goedkoper worden in de toekomst. Bouwbedrijven, zoals Dura Vermeer, verwachten dat zij in de toekomst goedkopere aardgasvrije concepten kunnen aanbieden, omdat zij wachten op schaalvoordeel om fabrieken neer te zetten waar ze grootschalig aardgasvrije bouwconcepten kunnen maken.
Deze bouwconcepten kunnen goedkoper worden aangeboden dan nu het geval is zodra er een fabriek staat. Helaas treedt hier een mechanisme op waar de markt zichzelf tegenhoudt. Aanbieders van aardgasvrije concepten wachten enerzijds op schaalvoordeel om de bouwconcepten betaalbaar aan te kunnen bieden. Anderzijds wachten consumenten op de prijsdaling, waardoor schaalvoordeel uitblijft. Een mogelijke manier om deze vicieuze cirkel te doorbreken is door collectief een renovatie aan te vragen bij een bouwbedrijf, zodat het bouwbedrijf een goedkopere aanbieding kan doen.
2. Financiële middelen
Het belangrijkste financiële verschil tussen een woning met aardgas en een aardgasvrije woning is dat voor aardgas maandelijks wordt betaald via de energierekening, terwijl een aardgasvrije woning om een investering vraagt waarna de maandelijkse energierekening vermindert of vervalt. In een tijdspan van 30 jaar liggen de gemiddelde maandlasten voor een aardgasvrije woning lager dan bij een aardgaswoning. En hoe meer fossiele energie belast gaat worden in de toekomst, hoe groter het voordeel van de aardgasvrije woning zal worden. Het probleem is dat niet alle huiseigenaren (vooral de armere huishoudens) de mogelijkheid hebben om spaargeld in te zetten of om hun hypotheek te verruimen onder gunstige condities om de noodzakelijke investering te doen. Een passende financieringsoplossing is op dit moment nog niet voorhanden. Diverse partijen waaronder een werkgroep van de Nederlandse Vereniging van Banken werken aan een oplossing.
3. Gemotiveerde huishoudens
Hoe urgent de aardgasvrije transitie ook is voor het voortbestaan van de mensheid, deze urgentie leeft niet bij iedereen. Zoals de serie Game of Thrones pakkend laat zien, is het onaantrekkelijk om ‘te geloven’ in een toekomstige alles verwoestende ramp. Het is heel menselijk om die gedachte uit te zetten en je bezig te houden met de waan van de dag. Helaas leidt dat laatste er op dit moment vaak toe dat huishoudens veelal liever geld besteden aan een nieuwe keuken of een skivakantie, dan aan een energetische renovatie van de woning. En aangezien ons wettelijk kader geen enkele basis biedt om huishoudens te verplichten hun woning energetisch te renoveren, zullen we toch echt met elkaar moeten gaan geloven in de noodzaak van de aardgasvrije transitie.
4. Regie op het transitiepad
Tot slot is het belangrijk dat er een zekere mate van afstemming plaatsvindt. Als de transitie niet ‘netjes’ wijk voor wijk verloopt, moeten netbeheerders een steeds meer versnipperd gasnet onderhouden. Dit maakt hun kosten (maatschappelijk geld) extra hoog. Daarnaast is het (onnodig) duur om meerdere technieken in een wijk te kiezen, omdat er dan meerdere infrastructurele aanpassingen moeten komen in eenzelfde wijk. In het optimale scenario verloopt de transitie wijk voor wijk en wordt er per wijk de voor die locatie/woningen meeste gunstige techniek gekozen. Den Haag heeft eerste stappen gezet met het opstellen van de Energieagenda en de daaruit voortgekomen Green Deal aardgasvrije wijken. En via de nieuwe Omgevingswet komen er voor gemeenten meer mogelijkheden om (zachte) sturing uit te oefenen in de transitie.
Dus, wanneer gaan we van het aardgas af?
Het echte antwoord op deze vraag hebben we met elkaar in de hand. Samen kunnen we zorgen dat álle ingrediënten op tafel komen en we klaar zijn voor take-off.
Dit stuk is geschreven door Elvie Kromwijk.
Hoe moeten gemeenten de energietransitie aanpakken? Lees onze aanpak hier.
Andere publicaties van ons lezen? Kijk hier.